Niet alleen als blogger ben ik bekend met het fenomeen uitstelgedrag. Maar ik
kan daartegenover stellen: mijn huis knapt er aardig van op, elke keer als ik
weer eens een deadline heb. Hoe dat zit?
Nou, om maar niet aan de ‘hersenkrakende’ klus van weer een blog te hoeven beginnen of het karwei na een haperend begin weer af te maken, neem ik iets minder moeilijke maar wel iets van me vergende klusjes ter hand: ik ga stofzuigen, de planten water geven, een wasje draaien of eindelijk dat schilderijtje ophangen. Ik stel uit om maar niet aan HET te hoeven beginnen of HET af te maken. Om mijn schuldgevoel hierover te dempen troost ik mezelf met het idee dat ik in ieder geval toch mijn bureau heb opgeruimd. Ik heb mijn tijd niet helemaal verdabd. Intussen nader ik de deadline die ik kennelijk nodig heb om iets definitiefs uit mijn pen te kunnen krijgen. Want, ook al doe ik ogenschijnlijk niets aan mijn schrijverij toch werken mijn gedachten intussen wel door. Vaak ben ik me daar niet eens zo van bewust. En kennelijk heb ik het ook nodig om de deadline zo dicht te naderen dat er geen uitstel meer mogelijk is.
Ook op mijn werk geef ik regelmatig toe aan de al te menselijke neiging om zaken uit te stellen. Vervelende langdurige karweien als het nakijken van toetsen of portfolio’s zijn voor de leraar de geijkte klussen om uit te stellen. Of als ik eens een langer stuk moet schrijven, wat in mijn geval nogal eens voorkomt, dan begin ik daar in de regel niet direct aan, maar ik stel het uit en dood de verloren tijd met het doen van iets minder vervelende klussen of met nuttige karweitjes die ik ook wel een beetje leuk vind. Zoals mailtjes checken, want nieuwsgierig.
Volgens de wetenschap wint bij uitstelgedrag ons limbische systeem, een oud stuk brein – zeg maar ons krokodillenbewustzijn aldus wijlen psycholoog Piet Vroon - , het van onze prefrontale hersenkwab, de neocortex. We weten wel dat het beter is direct aan het rotkarwei te beginnen maar we doen het toch lekker niet. Zoals we ook gerust meer blijven roken en drinken dan goed voor ons is, of een andere door God verboden verleiding blijven genieten, ofschoon het voor onze geestelijke en lichamelijke gezondheid beter is het te laten of erin te matigen.
In onze dagen ligt er een geduchte verlokker tot uitstel voortdurend op de loer, zowel thuis als op ons werk. En hij staat recht voor je neus op je bureau: je pc, laptop of i-pad.
Nou, om maar niet aan de ‘hersenkrakende’ klus van weer een blog te hoeven beginnen of het karwei na een haperend begin weer af te maken, neem ik iets minder moeilijke maar wel iets van me vergende klusjes ter hand: ik ga stofzuigen, de planten water geven, een wasje draaien of eindelijk dat schilderijtje ophangen. Ik stel uit om maar niet aan HET te hoeven beginnen of HET af te maken. Om mijn schuldgevoel hierover te dempen troost ik mezelf met het idee dat ik in ieder geval toch mijn bureau heb opgeruimd. Ik heb mijn tijd niet helemaal verdabd. Intussen nader ik de deadline die ik kennelijk nodig heb om iets definitiefs uit mijn pen te kunnen krijgen. Want, ook al doe ik ogenschijnlijk niets aan mijn schrijverij toch werken mijn gedachten intussen wel door. Vaak ben ik me daar niet eens zo van bewust. En kennelijk heb ik het ook nodig om de deadline zo dicht te naderen dat er geen uitstel meer mogelijk is.
Ook op mijn werk geef ik regelmatig toe aan de al te menselijke neiging om zaken uit te stellen. Vervelende langdurige karweien als het nakijken van toetsen of portfolio’s zijn voor de leraar de geijkte klussen om uit te stellen. Of als ik eens een langer stuk moet schrijven, wat in mijn geval nogal eens voorkomt, dan begin ik daar in de regel niet direct aan, maar ik stel het uit en dood de verloren tijd met het doen van iets minder vervelende klussen of met nuttige karweitjes die ik ook wel een beetje leuk vind. Zoals mailtjes checken, want nieuwsgierig.
Volgens de wetenschap wint bij uitstelgedrag ons limbische systeem, een oud stuk brein – zeg maar ons krokodillenbewustzijn aldus wijlen psycholoog Piet Vroon - , het van onze prefrontale hersenkwab, de neocortex. We weten wel dat het beter is direct aan het rotkarwei te beginnen maar we doen het toch lekker niet. Zoals we ook gerust meer blijven roken en drinken dan goed voor ons is, of een andere door God verboden verleiding blijven genieten, ofschoon het voor onze geestelijke en lichamelijke gezondheid beter is het te laten of erin te matigen.
In onze dagen ligt er een geduchte verlokker tot uitstel voortdurend op de loer, zowel thuis als op ons werk. En hij staat recht voor je neus op je bureau: je pc, laptop of i-pad.