Neen, ik heb geen tijd over, ik doe het erbij. Gratis en
voor niks. En ik doe het graag, omdat ik schrijven gewoon leuk vind en het
wekelijks aanleveren van een blog mijn pen en mijn geest scherpt. En ook hier
geldt het gezegde: oefening baart kunst; hoe vaker je het doet hoe
gemakkelijker het gaat. Of liever: lijkt te gaan.
Want daar ligt gelijk ook de valkuil: je kunt zozeer op je
routine gaan vertrouwen dat je minder kritisch op jezelf wordt en voor iemand
die zelf nogal eens een kritisch stukje schrijft, dat collega’s onder wie
managers en bestuurders tegen de haren in strijkt, is dat een bedenkelijke
zaak. Om deze gemakzucht te voorkomen, kwak ik nooit een blog van me zomaar op het web. Ik laat het een paar dagen
bezinken en anticipeer op reacties. En herschrijf en polijst. Schrijven is
naast een zaak van inspiratie ook een van transpiratie. Maar het mentale zweet
is meer een euforisch stemmend symptoom, vergelijkbaar met de transpiratie van het joggen. Dat kan
zoals joggers weten behoorlijk
verslavend werken, omdat het in de hersenpan een verrukkelijk goedje opwekt en
aanmaakt: dopamine. Columns schrijven werkt verslavend.
Een collega-docent schonk een paar jaar geleden de
toenmalige voorzitter van ons college van bestuur bij wijze van aanmoediging
een zogenaamde easy button. Een wat
groot uitgevallen rode drukknop: telkens als er weer een collegebesluit was
genomen werd de voorzitter geacht op de rode knop te drukken, waarna een Clark-Gable-achtige stem uitriep: ‘That was easy!’ Iets dergelijks heb ik
niet op mijn bureau staan, maar sindsdien zeg ik na elke weer gelukte blog: ‘That was easy!’
Intussen ben ik als blogger mijn centennial al lang en breed gepasseerd: dit is blog nr. 106,
waarbij ik aanteken dat ik een paar blogs niet op Ons Plein heb laten zetten,
omdat de actualiteit achterhaald was. Ik bewaar ze echter in mijn
recycletrommel, voor als ze weer eens van pas komen.