Het ontdekken van taalfouten in teksten van collega’s in het
onderwijs bezorgt me altijd weer
plaatsvervangende schaamte. Zeker als ik fouten zie in teksten die naar buiten
gaan, in ouderbrieven bijvoorbeeld. Tenenkrommend lees ik dan zo’n tekst
verder, in de angstige hoop verder geen taalongerief erin aan te treffen. In het
vakblad Onze taal van deze maand
staat een lezersbriefje waarin de schrijver klaagt over een schriftelijke
uitnodiging voor een ouderavond op een basisschool. De leerkracht laat erin
weten dat hij graag wil kennismaken, want ‘ik
begeleidt uw kind dit schooljaar’. De
spellingcorrector laat de foutieve werkwoordsvorm gewoon toe…
Ik herinner me een vakbekwame maar stellig onbevoegde
collega die, - ‘Oh, heerlijke onwetendheid!’-, koeien van spelfouten op het
schoolbord in de klas placht te schrijven. En niemand zei er iets van. De
leerlingen hadden het niet door, menig docent helaas ook niet, maar zij die het
wel zagen, hielden hun mond: too
embarrassing!
Het tij is echter aan het keren en het laatste taboe wordt
geslecht, want correct taalgebruik is een issue geworden. Als zelfs het
Financieel Dagblad van afgelopen zaterdag al gaat schrijven dat taalfouten
schadelijk zijn voor de beroepsuitoefening en het zakendoen, dan is er echt
iets aan de hand.
Een kritische noot: in het middelbaar beroepsonderwijs zijn
we al sinds 2007 bezig om van taal weer een serieus schoolvak te maken, maar
nog steeds heeft een onvoldoende voor Nederlands geen gevolgen voor het behalen
van het mbo-diploma. Dit duurt allemaal veel te lang, maar volgend jaar gaat het wel
gebeuren. Helaas kunnen de taalvaardigheden die echt een probleem vormen, -
lezen en schrijven -, gecompenseerd worden door de mondelinge. En worden de
landelijke examens gecompenseerd met de instellingsexamens. De resultaten van beide
wijken gemiddeld ontoelaatbaar af.
De spellingchecker had het werkwoordvormfoutje in het kopje
van deze blog niet opgemerkt; u wel?