zaterdag 28 februari 2015

Ethische casus: Fiets gejat!

Vorige week zondag is mijn fiets gestolen. Het ding was bijna dertig jaar oud, maar… Gazelle! Ik zat nota bene in de kerk toen het gebeurde, te luisteren naar de Bachcantates die daar tweemaandelijks worden opgevoerd. Mijn fiets had ik lang geleden overgenomen om niet van wijlen mijn schoonvader. Ik vond het vooral erg voor hem.
Het eerste wat je voelt is een bevreemdende verbazing: hè, mijn fiets staat er niet meer. Daarna ontsteek ik bij wijze van een veenbrand in boosheid. Het is geen felle woede, maar een wrevel die blijft hangen als een dag met druilerige regen. Daarna is er gelatenheid: ik heb nog wat fietsen in de schuur staan, en dit was zeker niet mijn beste. Integendeel.
Ik had als ik steeds doe op de diefstal geanticipeerd door een oude fiets mee naar de stad te nemen; er wordt nogal eens een fiets gejat. Een vorige fiets werd gestolen toen ik bij de barbier in de binnenstad geknipt en geschoren werd. Toen had ik hem echter vergeten op slot te zetten: de gelegenheid maakt de dief! Ik vond het toen vooral erg voor de barbier.
Ik heb mijn gestolen fiets maar niet gemeld bij de politie. Heeft waarschijnlijk toch geen zin; bovendien miste ik alle benodigde gegevens. Mijn vorige gestolen fiets heb ik wel opgegeven; nooit iets meer van gehoord. In plaats van de Hermandad sta ik nu zelf op de uitkijk, en wellicht is de lezer bereid mee te kijken.
Signalement: vrij lage lichtgrijze damesfiets (!), zonder tierelantijntjes, wel met een opvallend oranje goedkoperig ringslot van de Axion. Tegen mijn gewoonte in had ik mijn fiets niet met het ringslotje ergens aan vastgemaakt, maar enkel met het traditionele fietslotje van niks op slot gezet. Een paperclipje voldoet. De gelegenheid maakte ook hier de dief.
Ethische vraag voor in de klas: ben ik mede schuldig aan deze diefstal?

zondag 22 februari 2015

Cirkels

Vergadertijgers als we zijn in het onderwijs kennen we het verschijnsel allemaal: de cirkelredenering. Van deze argumentatietruc onderscheid ik twee vormen: de cirkelredenering in enge en in ruime zin. Op de laatste word ik door een collega wel eens gewezen tijdens een wekelijks overleg dat ik in een bepaald gremium, dat ik uit kiesheid niet nader zal aanduiden, voer. Ik begin echter met de eerste vorm.

In de eerste vorm van cirkelredenering zit de conclusie al verstopt in de premisse. Een voorbeeld. Voormalig CDA-leider Maxim Verhagen zei tijdens de geruchtmakende ledenvergadering in 2010, waarin bij wijze van plebisciet besloten werd om met de PVV in zee te gaan; Wilders zou het kabinet Rutte/Verhagen gedogen: “Het CDA is en blijft een partij van het politieke midden, dus kan de nieuwe regering niet rechts zijn.” 

Andere voorbeelden.
Ik ben de baas omdat ik het hier voor het zeggen heb.
Natuurlijk had ik er een reden voor, want anders had ik het niet gedaan.

Ik heb dat niet gestolen, want ik ben geen dief.
God bestaat omdat het in de bijbel staat, en wat in de bijbel staat is waar omdat het Gods woord is.

De argumentatieleer beschouwt de cirkelredenering als een drogreden. Hiervan zijn er tientallen. Bijvoorbeeld: de generalisatie (Grieken zijn niet te vertrouwen.), op de man spelen (Wat weet jij nou van literatuur!), jij-bakken (Nee, jij dan, etc.!), hellendvlakredenering (Alle alcoholisten zijn ooit met limonade begonnen.

De ruimere vorm van cirkelredenering is moeilijker te herkennen. In vergaderingen die uitlopen vooral doet zich het verschijnsel voor. Dat gebeurt dan in de vorm van het telkens hernemen van argumenten die inmiddels al eerder genoemd zijn. En daar dan al dan niet bewust op aansturen. We zijn dan vaak ook nog zo netjes dat we ons dit laten gebeuren. Doortastend optreden van de voorzitter en alertheid van de deelnemers aan de vergadering kunnen dit euvel voorkomen. Oud-premier Joop den Uijl was berucht om deze vergadertactiek. Hij bleef vaak net zolang hameren op zijn eigen argumentatieve gelijk, - collega-politici vonden hem een echte drammer -, dat zijn moe gebeukte opponenten uiteindelijk maar toegaven. Mede vanwege het inmiddels vergevorderde nachtelijk uur.