zaterdag 23 februari 2013

RIP ROC

De aanduiding ROC, dat als voorvoegsel wordt gebruikt voor BVE-instellingen, heeft haar laatste tijd gehad. Het Onderwijsblad schrijft dat een groeiend aantal ervan geen ROC meer willen heten. Hiervoor wordt door de onderhavige instellingen een aantal redenen genoemd. Het feit dat we een (bepaald soort) school zijn, moet weer in de naamgeving doorklinken. Regionaal opleidingencentrum is veel te neutraal en te vaag. En ook onze studenten, - ik blijf om cultuurhistorische redenen toch moeite houden met de aanduiding -, hebben weinig met de afkorting; vaak wordt deze door hen uitgesproken als ROK. De associatie met de populaire muziek dringt zich hier op: alsof we een rockacademie zijn. Quod non, nou ja een beetje dan: KCM.
De naam ROC roept ook teveel negatieve connotaties op: leg je oor maar eens te luisteren bij mensen die je ontmoet op feesten en partijen: grootschalig, anoniem, moeilijke ongemotiveerde leerlingen. Ikzelf krijg daar altijd een heel erg Streekcentrumgevoel bij: prima school, maar beroerd imago. Onderzoek van het voormalige(!) ROC Eindhoven wees uit dat veel mensen het negatieve beeld van ROC’s  onderschrijven en dat ze denken dat deze deel uitmaken van een landelijke onderwijsmammoet.
Dat Eindhovense ROC is zich sinds kort Summa College gaan noemen. Een opmerkelijke nomenclatuur die zich niet een-twee-drie laat verenigen met middelbaar beroepsonderwijs. Summa betekent ‘hoogste’, ‘totaal’ en dat is natuurlijk heel mooi, want je kunt de lat als school niet hoog genoeg leggen. Je denkt bij zo’n naam toch eerder aan een gymnasium of havo/vwo-school. De naam doet mij als geletterd man direct denken aan de beroemde ‘Summa Theologica’ van de middeleeuwse denker Thomas van Aquino. Er was een tijd, nog niet eens zo lang geleden, waarin in dorpen en steden nog straten naar hem vernoemd werden. Kom daar nu eens om; wie met de tijdgeest huwt, is snel weduwnaar, zegt Commissaris van de Koningin (en oud-lid Raad van Toezicht van onze Onderwijsgroep Tilburg) Wim van den Donk in de Brabants Bont van vorig week.
Een interessant aspect aan de nieuwe namen van voormalige ROC’s, want er zijn er meer, zoals ik boven al aangaf, is dat ze Latijns zijn. Zo kennen we Aventus in Apeldoorn, waar tot voor kort nog braaf ROC voor stond en Scalda (ex-ROC Zeeland) in Terneuzen. Inderdaad, genoemd naar de Wester- en Oosterschelde. De naam Aventus verwijst naar de studenten die erop zitten; een 'aventus' is een nieuweling in iets, een (nog) vreemde in het Jeruzalem van een bepaald vakgebied.
In de nieuwe naamgeving klinkt een herwaardering naar traditie en klassieke waarden door. Het gaat de bedenkers nu nog te ver om net als vroeger weer de Sinten in de schoolnamen op te nemen, maar wie weet komt er dat nog wel van. Overigens varen dure restylingbureaus wel bij de naamoperaties. De nieuwe naamgeving en verandering van de huisstijl die dat tot gevolg had kostte Summa uit Eindhoven 9 ton. Daar steekt onze 4 ton die we uitgaven voor de magenta-roze Onderwijsgroep Tilburg nog gunstig bij af.
Binnen afzienbare tijd zullen wij de aanduiding ROC ook afwerpen als een oude slangenhuid, al dan niet daartoe gedwongen. We zullen dan op zoek moeten gaan naar een nieuwe naam. Ik doe alvast een voorstel: Petrus Dondersberoepscollege. De Tilburgse (d'n Haaikaant!) missiepater was zoon van een huiswever. Dat wordt dan in de volksmond: Peerke Dondersvakschool.


zondag 10 februari 2013

Weg met de manager!

‘Als mensen zelf een hypotheek kunnen afsluiten en kinderen kunnen opvoeden, waarom zouden ze op de werkvloer dan geen beslissingen kunnen nemen?’, vraagt managementgoeroe Ben Kuiken, auteur van het boek De laatste manager, aan ons.
Manager is zo jaren negentig van de vorige eeuw en directeur is helemaal prehistorie, die dateert nog uit de tijd van Pipo de Clown. Voor de kleintjes onder ons, de razend populaire eerste televisieserie van vijftig zestig jaar geleden, waarin Dikkedeur, als directeur van een circus, de bühne onveilig maakte.
Op de tv zendt de VPRO momenteel in de serie Tegenlicht een sequel uit over een nieuwe manier van omgaan met elkaar in bedrijven, ondernemingen en instellingen. Onlangs kwam de booming Brasilian Ricardo Semler (1959) aan het woord, die zijn concern Semco, producent van industriële machines, zoals betonmolens en waterpompen, helemaal ‘baasloos’ heeft gemaakt. Hij noemt zijn aanpak Semco stile. De zelfsturing ten top gedreven; anders dus als bij ons waar de zelfsturende teams resultaatverantwoordelijk zijn geworden, maar waar de beslissingen toch grotendeels ROC-topdown genomen worden. Wij zijn in dit proces ergens halverwege blijven steken, maar Ricardo is helemaal tot het einde gegaan. Walk the walk!  En het werkt.  Zijn concern groeit als kool, met Chinese groeipercentages van 9, 10 procent per jaar. Werknemers mogen zelf bepalen wanneer ze gaan werken, stellen zelf hun primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden (salarissen, rusttijden, vakanties, scholing, personeelsvoorzieningen) vast en hebben de traditionele scheiding van werk en privé opgeheven. Ze mogen dus gewoon hun verjaardagsfeestje ‘s avonds houden in de bedrijfskantine. Wel opruimen! Er zijn hangmatten voor elk moment van de dag beschikbaar, want Ricardo denkt dat rusten in de baas zijn tijd heel productief uitpakt in the end. De enige harde verplichting is je targets halen: wat en hoe je het ook doet, aan het eind van de week moeten de productieaantallen zijn gerealiseerd. Niks moet, maar alles kan. En net als bij Interpolis heeft niemand een vast werkplek, ook de leiders niet, die geheel democratisch in een geheime stemming periodiek worden gekozen. Je bent maar voor een tijd baas. Herverkiezing is mogelijk, maar beperkt.
Is er dan helemaal geen echte baas bij Semco? Jawel, maar hij heeft zich onzichtbaar gemaakt, want hij vindt dat zijn werknemers wel hun eigen boontjes kunnen doppen. Hij levert als topman enkel ideeën en strategieën. God bestaat echt, en hij woont in Brazilië in een aards paradijs.