Onze Engelse buren hebben van die leuke cynische en morbide
zegswijzen. Zo omschrijven ze het liggen in je graf na de dood met
Pushing up the daisies. (Louis ;) Plastischer dan dit kun je het chemische proces dat zich
down
under moet afspelen niet uitdrukken, en dan zit daar bovendien nog die
Fawlty towers humor in. Daar steekt
ons ‘door de wormen opgevreten worden’ maar prozaïsch bij af. Ook de aanduiding
‘rijke stinkerds’ voor de beroemdheden die in oude kathedralen begraven lagen,
– inderdaad je kon ze ruiken: memento mori! - ,
klinkt nogal lomp.
Voor het onderwijsveld kennen onze Britse vrienden en vriendinnen ook een
leuke:
If you can’t do, teach. De meest gebruikelijke uitleg van dit
adagium is: als je niets kunt, kun je altijd nog gaan lesgeven. De oorsprong
van de gevleugelde uitspraak is onzeker, maar zeer waarschijnlijk stamt ie uit universitaire
kringen, waar mensen die het academische niveau niet aan konden het advies
kregen om de alma mater de rug toe te keren en maar les te gaan geven op
middelbare scholen of het beroepsonderwijs.
Er bestaat ook een kortere variant:
If
you can’t teach. Deze heeft de eerdere betekenis maar bovendien een nog tragischer
bijbetekenis: wat, als je ook niet kunt lesgeven? Dan blijft er helemaal niets
meer van je over. Leraar zijn is een tragisch beroep, want du moment dat je
het niet meer kunt, val je over de rand en beland je in de kanslozen-kaartenbak
op het arbeidsbureau.
Oscar Wilde zei: “Everybody
who is incapable of learning has taken to teaching.” Deze uitspraak is
een variant op die van hierboven en paradoxaal. Een leraar zou toch bij uitstek
iemand behoren te zijn die zijn studenten leert te leren. En het dan zelf niet
kunnen?! Misschien schuilt er toch de waarheid in dat je meestal beter kunt
uitleggen wat je niet kunt, dan wat je wel kunt. En dat studenten van dit
slechte voorbeeld juist leren.
Aristoteles is positiever, wanneer hij zegt dat degenen die iets wéten
dit in de praktijk brengen, maar dat degenen die ook echt iets begrijpen dit onderwijzen.
Leren op school vindt toch vaak op een meta-niveau plaats: verwondering en bewondering wekken (voor het vakmanschap), inspiratie opdoen, enthousiasmeren, horizonten verruimen: de geest kiest het ruime sop.
Maar hoe we dat doen en hoe dit gebeurt blijft deels onduidelijk.
Daar heeft de onderwijskunde ook geen afdoende antwoord op. Einstein legde de
bal wat dit betreft praktisch volledig bij zijn studenten; “I never teach my pupils, I only attempt to
provide the conditions in which they can learn.” En Plato zegt in zijn
De Republiek: “Lichamelijke oefening,
ook al gebeurt dit onder dwang, schaadt het lichaam niet; maar kennis die is
verworven onder dwang blijft niet hangen.”
De citaten heb ik o.a. gevonden op
www.goodreads.com