vrijdag 28 maart 2014

Tilbotaal

“Casual, een beetje tandarts, voor hem beroep vinnik ’t goed als premier zijnde. Bietje meer gel zou wel mogen, ‘net uit bed zeg maar’.”

Je komt er tegenwoordig mee weg in de krant. Die is allang geen meneer meer; de krant lijkt vaak de  spreekbuis van het gewone volk geworden. Toch is dit tenenkrommend Nederlands van een wonderschone elegantie: übertilbo Royke Donders uit Broekhoven schetst met een paar simpele streken een raak beeld van het uiterlijk van onze jeune-premier Mark Rutte. De zinsconstructie is een ingenieus bouwwerkje dat een opsomming inhoudt van zes deelzinnen. De zin als bouwpakket, zeg maar. Bovendien worden er minstens drie talen in gebruikt. De ouverture van de zin wordt gevormd door één enkel Engels woord, dat de kleedstijl van de jonge premier moet oproepen. Die is casual, niet gewoontjes, maar vlot en toch netjes gekleed. Dan volgt de toevoeging ‘een beetje tandarts’ in het Algemeen beschaafd, wat een dubbele upgrading van onze premier inhoudt: Mark Rutte ziet er wel casual uit, maar hij heeft ook iets chique over zich, wat Royke aan een tandarts (veelverdieners!) doet denken. En hij voegt eraan toe in een ontroerend mooi bijzinnetje, dat die uitstraling wel bij de baas van ons land past. Interessant is de zinsnede ‘hem beroep’: hier probeert Roy heel netjes te praten, maar dat verrekte dialect van hem zit hem in de weg en een beetje onhandig gebruikt hij daarom het (verkeerde) persoonlijk voornaamwoord ‘hem’. Het einde van de bijzin is een veelgemaakte tautologie: ‘als’ en ‘zijnde’ betekenen hetzelfde. ‘Vinnik’ is intrigerend omdat het (Brabants) dialect noch ABN (standaardtaal) is, het is randstadtaal, waarschijnlijk opgepikt van de tv. Aan het kapsel van Rutte wijdt Roy twee zinnen: een (bijna) volledige zin, en een ellips; een zin die onvolledig is, maar waarvan de betekenis wel duidelijk is. Rutte’s haar ziet er wat onverzorgd uit in de ogen van de modekoning. Zo’n kapsel past dan weer wel bij een cosy huispak van modehuis Roy Donders.

zaterdag 22 maart 2014

Lien

Ons Lien is flink aan de lijn: alle liflafjes en extraatjes laat ze aan haar mondje en neusje voorbijgaan. En een figuurtje dat ze krijgt! Ze is rank en slank als een den, met een wespentaille! Lien laat alle feestjes en partijtjes links liggen, zelfs receptiebezoek heeft ze afgeschaft. Bang als ze is haar figuurtje te verpesten met lekkere hapjes en drankjes. Bovendien vindt ze het zonde van haar tijd. Werktijd is beter voor haar lijn en het brengt bovendien veel meer op. Maar eerlijk gezegd vraag ik me de laatste tijd wel af, of dat mooie slanke figuurtje niet wat al te slank wordt.

Nu houd ik persoonlijk van vol en voluptueus en uit de museumzalen met Rubensiaanse vrouwenvormenpracht ben ik niet weg te slaan. Nee, Twiggy was in mijn jongste jeugd al niet aan mij besteed. Er moet wat spek aan zitten, zei mijn lieve moeder altijd, die zelf ook nogal gezet was.
Maar helaas voor ons Lien, lean is in de mode. Net als vroeger, toen Kinderen voor kinderen al zongen van: ‘Maak je niet dik, dun is de mode.’  Helaas heeft al die gekkigheid nogal wat collateral damage (nevenschade) opgeleverd. Sommige meisjes nemen de modenorm zo serieus dat ze er ziek van worden: ze beginnen er wel erg pips uit te zien. Nergens geen trek meer in. Nee, dat lean is niks voor jou, Lien!

Daar komt nog bij dat meisjes behalve lean ook nog eens mean kunnen gaan worden: ze worden van al dat ‘gelean’ een beetje bozig van gemoedsgesteldheid. Een beetje vals dus, en chagrijnig.
Daarom, Lien, blijf je maar lekker je liflafjes eten, en je koffie met gebak gebruiken. Dat maakt je leven toch veel meer een feestje. En je werk zal er heus niet onder lijden hoor, schat. Een tevreden mens presteert nu eenmaal beter, dan een sikkeneurige typ.

Is dat wel zo’n goed idee voor je Lien, lean?

zaterdag 15 maart 2014

Elton John wast heren

Sinds jaar en dag wandel ik met mijn hond wekelijks een paar keer onder een viaduct van de voormalige snelweg van Tilburg naar Eindhoven door en steeds word ik weer verrast door de originaliteit en actualiteit van de graffiti  die daar op de pijlers te lezen staat. Graffiti houdt met gemak het tempo van de voortsnellende tijd bij. Dat doet het al sinds de Klassieke Oudheid. Op de muren van de ruïnes van de oude Romeinse en Griekse steden zijn verrassend tijdloze graffiti teruggevonden. Daar kwam toen nog geen spuitbus aan te pas, maar de tags en de teksten werden met een scherp voorwerp in de stenen gegrift. Juist: graffiti. Vaak waren die teksten nogal scabreus.

Zo beschreef een inwoner van de stad Pompeji, een zekere Marcus, sans gêne via graffiti zijn erotische gevoelens voor zijn plaatsgenoot Spendusa en werd de muur van een kroeg beklad door een man die beweerde het bed te hebben gedeeld met de barvrouw. De meest in het oog springende boodschap stond echter op het bordeel van de stad: “Wees bedroefd vrouwen, mijn penis heeft jullie opgegeven. Voortaan penetreert hij mannelijke achterwerken!”

De graffiti-uitingen op mijn viaduct zijn vaak nogal literair en filosofisch van aard. Wat dacht je van: Het ware leven is geven. Of deze twee: Strijd alleen als je zeker bent; Respect never forgets, always forgives. En een erudiete Feyenoord-supporter schreef: Facta non verba! (Geen woorden maar daden!)

Er staat sinds jaar en dag één uiting op die mij mateloos intrigeert: Elton John wast heren. Toen ik deze voor het eerst zag maakte ik direct de associatie met: Elton John wasn’t here. Die ligt voor de hand, want zij borduurt voort op de moeder aller graffiti van de moderne tijd: Kilroy was here. In de jaren vijftig dook die plotseling massaal op in openbare urinoirs en pissoirs in cafés. Later grapte een gast: Kilroy wasn’t here, kon natuurlijk niet uitblijven. Om meer over de oorsprong hiervan te weten te komen, moet je maar eens op Wikipedia kijken.

Maar nu mijn Elton John wast heren. Uiteraard is deze bedoeld als woordspeling op de zojuist genoemde Engelse variant. De graffiti-artiest - want dat vind ik hem - hoefde maar één letter te verplaatsen. Het resultaat was een verwijzing naar de herenliefde, die de beroemde zanger zoals bekend is toegedaan. Er zou een literair-technische term voor dit soort letterwisseling bedacht moeten worden.

 

 

vrijdag 7 maart 2014

You've got mail!

Al eens uitgerekend hoeveel tijd per dag je kwijt bent aan je mailbox? Volgens de Volkskrant van 22 februari besteden we ongeveer een derde van onze werktijd aan het lezen en versturen van mail, waarbij de uren per week die je buiten je werktijd aan je werkmail besteedt niet worden meegerekend. Die moeten volgens mijn eigen inschatting toch al gauw een uur per werkdag ofwel vijf uur per werkweek belopen.

Volgens het artikel in de Volkskrant komt mailen in een steeds slechter daglicht te staan, want je mailbox is een tijdverslinder en een werkontduiker. Om met het eerste te beginnen: hoeveel spam of wat je als spam ervaart komt er niet dagelijks binnen? En wees nou eerlijk, zijn al die mailtjes die je dagelijks ontvangt of zelf verstuurt wel zo nodig, lees efficiënt en effectief? Zo roept elk mailtje dat je verstuurt gemiddeld ongeveer zes andere reactiemailtjes op. Kost allemaal tijd om te lezen, vaak verspilde tijd omdat veel reacties vaak niet to the point komen, maar een hoog gooi-maar-over-de-schuttinggehalte hebben ofwel van een hoog nimby(not in my backyard)-niveau getuigen.

Zo stelde ik onlangs eens in een mailtje aan collega's van een OGT-dienst een paar technische vragen, die naar mijn inschatting het nodige werk zouden betekenen om deze te kunnen beantwoorden. Tot mijn niet geringe verbazing kreeg ik prompt een mailtje van een tamelijk hoog werk-mijdend gehalte waarin met een aantal formele argumenten mij duidelijk werd gemaakt dat de vraag beslist niet kon worden beantwoord. Wat naar mijn inschatting complete nonsens was. Na enig duw- en trekwerk via de mail kreeg ik de dienst uiteindelijk toch aan het werk.


Beter ware het geweest als ik voor mijn vraag een efficiënter en effectiever communicatiemedium had gebruikt: de telefoon bijvoorbeeld of rechtstreeks eropaf gaan en vis à vis het verzoek indienen. Werk-mijdende reacties worden dan een stuk moeilijker, want je kunt als zender gelijk lik op stuk geven.

Volgens het artikel in de Volkskrant is mailen op zijn retour: veel te tijdrovend. Als je ‘s morgens op je werk direct aan het mailen slaat, kom je voor je het weet al gauw uren in de tentakels die uit je mailbox steken te hangen, zoals de schrijver van het Volkskrant-artikel het plastisch uitdrukt. En kom je niet aan je eigenlijke werk toe. Veel mail-addicts werken zo onvoldoende aan hun takenpakket, en leveren aan het eind van de dag niet de kwaliteit af die de baas graag ziet. Bovendien kost al dat gemail de werkgever ook nog eens klauwen met geld. Volgens een directeur van het Radboud UMC zouden 8 (acht) fte’s per jaar worden uitgespaard als elke werknemer in het Nijmegense ziekenhuis één mail per dag minder zou lezen.

Over tien jaar bestaat e-mail niet meer en communiceert iedereen via social media als WhatsApp, Yammer, etc., waarin work-communities in een permanent overlegcircuit de technische problemen van de dag tackelen.