zaterdag 28 juni 2014

Over beleving en window-dressing

Eén op de vier mbo’ers die op het punt staan te kiezen voor de arbeidsmarkt of een vervolgstudie voelt zich daarin onvoldoende begeleid door school. Dat blijkt uit de JOB-monitor 2014, het grootste studententevredenheidsonderzoek van Nederland. De JOB-monitor wordt tweejaarlijks uitgevoerd in opdracht van de Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB). Dit jaar vulden in totaal 255.851 mbo-studenten de enquête in: dat is 51 procent van alle mbo-studenten. In totaal heeft JOB mbo-studenten gevraagd naar 21 onderwerpen betreffende hun onderwijs, waaronder stagebegeleiding, studeren met een beperking, lesmateriaal en de behandeling van klachten. Ook is gevraagd om een rapportcijfer te geven voor hun instelling en opleiding. Gemiddeld geven studenten voor hun instelling een 6,5 en voor hun opleiding een 7,0. In 2012 waren dat respectievelijk een 6,4 en een 6,9.
De vraag is hoe serieus je zo’n tweejaarlijkse enquête moet nemen, want vragen over de kwaliteit van de onderwijsinhoud worden nauwelijks (een stuk of drie) gesteld. De rest van de vijfenzeventig enquêtevragen gaat over randvoorwaarden, zoals studiebegeleiding, onderwijsfaciliteiten, studiebeperking-faciliteiten, stagevoorzieningen, etc. Heel belangrijk uiteraard, maar of het onderwijs echt goed is kun je niet uit de antwoorden (en de resultaten) die de enquêtevragen opleveren, opmaken.
Veel onderwijsbesturen zijn daar ook niet zo in geïnteresseerd. Met samengeknepen billen wachten de leden ervan om de twee jaar de resultaten van de JOB-enquête af. Staan we deze keer wat beter op de foto, vragen de dames en heren collegebestuursleden zich met angst en beven af. De studentenenquêtes kunnen hen namelijk behoorlijk in het nauw brengen, want de onderwijsklant is koning. De student van vandaag wordt uitermate serieus genomen met zijn klachten over de school, ook als die zelf nauwelijks is vooruit te branden.
Dat laatste maakt de enquêteresultaten wat verdacht; het is namelijk niet te verwachten dat een student die als gevolg van te weinig studie-inspanning slecht scoort, positief zal oordelen over zijn opleiding of school. Bovendien fungeert de school nogal eens als een pressurecooker waarin jong en oud dagelijks (intensieve) omgang met elkaar hebben. Dat levert conflicten op en conflicten resulteren nogal eens in afrekeningen.
Opstandige hoogleraren van Tilburg University hebben onlangs een petitie ondertekend waarin gesteld wordt dat het collegebestuur meer geïnteresseerd is in het beeld dat haar  universiteit naar buiten toe heeft, dan in de vraag of het onderwijs en het onderzoek van excellente kwaliteit is. Een hoogleraar op tv wordt belangrijker gevonden dan een publicatie van haar in een wetenschappelijk tijdschrift dat nauwelijks iemand leest, - op wat wetenschappers na -, zo luidt de klacht. 

Het zou interessant zijn als de JOB eens een enquête onder docenten in het beroepsonderwijs zou houden over de studiehouding van hun studenten. Recente publicaties in de publieke media wijzen erop dat de studiemotivatie onder jongeren bepaald niet in de lift zit. Social media zouden een enorm belemmerende werking hebben op de studievoortgang.

zondag 22 juni 2014

Studentennamen onthouden als monnikenwerk en als gedicht

Whimpysinger, Eertwegh, Janboers, De Moraatz, Neutebeum, Boeren, Wiercx, Drubbel, Schoorl,  Azizi, Koster, De Wolf, De Hond, De Haas, Den Uijl, Bolle, Kaal, Maillard, Lotte Loeff, Leeuwenkamp, Kock, Kok, Ka Fatt Yu, Margarita Vardanian, Nittikson, Surdie Finnis, Van Acht, Te Wigchel, Kiekertak, Taas Daamde, Van der Karbargenbok, Peert, Kam, Mes, Punselie, Bolmikolke, Klotterbooke, Anton Wachter, Waterreus, Nahibaks, Ten Hompel, De Leeuw, Logister, Oudgaarden, Peij, Van Itterson, Damma Aldiwin, Wendy Stokwielder, Barbie,  Caro, Ceron, De Szousa Faria, Heijligenleven, Van den Biggelaar, Jordi Zwiep, Zweep, Roest, Agterberg, Baggerman, Baksteen, Van den Bongaardt, Akgül, Metin Metin, Landmann of Johann, Huy Lin Yip, Blok, Altin, Mohamed, Orin Tijsse Klasen, Elsjan of Wipper, Baksteen, Beffies, Bangert, Van Beneden, Van Boven, Van den Hoogen, Kees Koetje, Riffi, Aziz, Da Costa, Fatou Faye, Ina Damman, Kant, Hasina Zewary, Stjagailo, Berg, Van Dal, Van Hezik, Ayip, Broeders, Bruurs, Bullock, Chan Jong Chu, Alex Cheung, Buijvoets, Stoeldraaijer, Aarab, Pieternella, Mathilda, Clement, Barbiers, Dinslage, Lisa Verwijmeren, Fens, Kapteijn, Koekkoek, Van Oijen, Titulaer, Van de Snepscheut, Reijven, Braafheid, Brieffies, Broekman, Brood, Oele, Zantkuijl, Oetelaar, Knipscheer, Pien Lansu, Annefloor van der Aa, Celine Sonjé, Koevoets, Vocht, Tholen, Nonhebel, Yilmaz, Waterloo, Dogge, Braafheid, Dankbaar, Den Braaven, Goedthart, Nikker, Buster, Baser, Merel Algra, Kamp, Beljan, Van Bebber, Zeldenrust, Draaibaar, De Pina, Broos, Van Vroenhoven, Vroom, Den Hulk, Meeuwis, Kamfraath, Amrani, Alaoui, Jean-Marc Musoko, Mohamed, El Morabet, Çetin, Iskenderkaptanoglü, Bots, Cuperus, Van Gageldonk, Larmit, Lamtalssi, Yorulmaz, Raasen, Gelderblom, Koreman, De Brouwer, Van Gestel, Van Gool, Van Tilborg, Van Tilburg, Van Moergestel, Van Breda, Ali, Van Geffen, Heeren, Pistorius, Pastoor, Engelbarts, Sürücü, Sukel, Roest, Rietman, Lisa Weesie, Werdekker, Gijbels, De Jong, De Jongh, Van Erica, Van Antwerpen, Van Poppel, Van den Kieboom, Van den Boogaard, Emre Temirci, Van Opstal, Boertjes, Guenther, Van Oisterwijck, Van Westerwijk, Brondenstein, Nguyen, Gedwee, Kogeldans, Martina, Sintnicolaas, Cordelia, Mikhael Meklyan, Dorothea, Balentina, Felicia, Anita, Li, El Idrissi, Hooi, Hussein, Hussain, Özdemir, Yilderim, Öztürk, Ali, Paridaans, Rahima Alizadah, Eva Stolk, Duijso, Dinslage, Abegg, Karakulah, Dunaj Jiran, Anne van Nassau, Arten Samatar, Lilian Yakumina, Diederik Sonnaville, Charley Hes, Joeri Happel, Samet Yarar, Olivier van Buijtene, Aditya Hana Gijslian, Ahmed Wali Lalie, Honghai Ngo, Edson Arantes do Nascimento, Laurens Hoijnck van Papendrecht, Siepestein, Jill Wormer, Angelique van Zelst...
.

zaterdag 14 juni 2014

Frederico Chaves Guedes

Inkoppertje voor deze blogger op Ons Plein: de middenvoor van het Braziliaanse nationale voetbalelftal heet Fred. Verder houdt elke overeenkomst op met de spits van ons eigen eerste OGT-team. Maar die overeenkomst is taalkundig wel interessant, want de etymologische betekenis van de voornaam Fred is als volgt.
De naam Fred is een verkorting van de naam Frederik, dat als etymologische samenstelling uit twee delen bestaat: het eerste is het bijvoeglijk naamwoord ‘frede’ en het tweede is het zelfstandig naamwoord ‘rike’. Beide woorden komen voor in het Middelnederlands ( het Nederlands van de middeleeuwen), maar hebben een nog veel oudere oorsprong, namelijk het Gotisch, dat in de moerasdeltagebieden van de eerste vijf eeuwen van onze jaartelling werd gesproken en geschreven. Van de laatste taaluiting is maar sporadisch wat van overgebleven. Onder andere het Onze Vader.
De betekenis van de woordcombinatie ‘frede’ en ‘rike’, die uiteindelijk leidde tot de voornaam Frederik en nog later Fred of Freek, is: vrije heerser. Vrij moet hier verstaan worden als ‘niet onderworpen of belemmerd’. Oorspronkelijk hield deze betekenis in dat je woonde in een gebied waarin een wettelijke bescherming tegen wapengeweld bestond. Een soort asiel. Kerken vormden vroeger vaak de plaats waar dit asielrecht, - bescherming of gevrijwaard zijn van wapengeweld – gold. En in onze tijd zoeken asielzoekers nog vaak het kerkgebouw op als vrijplaats waarin bescherming wordt geboden tegen wettelijk geweld.
De moderne betekenis van het woordje ‘vrij’ heeft zich wat losgezongen van zijn oorsprong: gewoon doen waar je zin in hebt, lekker jezelf zijn en meer van dat fraais, dat niet altijd zonder schendingen van het publieke domein uitblijft. Terwijl het publieke domein toch dé vrijplaats verstoken van geweld en ander ongerief behoort te zijn.
Onze voetballende Fred uit Brasil heet overigens niet echt Fred met zijn achternaam: die luidt: Chaves Guedes. Maar zijn voornaam is Frederico, en die is afgekort tot Fred. Doen ze in Brazilië vaak met voetballers. Denk maar aan hun beroemde voetbalhelden van weleer: Pelé, Vava, Didi, Zaza, die vaak duizelingwekkend lange en poëtische namen hadden in hun Braziliaanse paspoort. Zo heet Pelé als staatburger: Edson Arantes do Nascimento. Een hele mooie voetbalnaam is ‘Garrincha’, dat mus of klein vogeltje betekent in het Portugees, de taal van Brasil. De legendarische voetballer Manuel dos Santos werd zo door zijn zus genoemd. Hij was nogal klein van gestalte en geestelijk ook niet altijd even sterk. Ze bekommerde zich om hem; zie je vaak bij grote zusjes die hun kleine broertjes willen beschermen. Hij kwam dan ook geveld door eenzaamheid en alcohol vroegtijdig om het leven. Zijn voetbalnaam is het kortste sportgedicht dat bestaat. What’s in a name, vroeg Shakespeare al retorisch.

maandag 9 juni 2014

Goed, beter, niet best!

Het is de ambitie van de Onderwijsgroep Tilburg om het beste onderwijs in Nederland te verzorgen. Daar kun je natuurlijk weinig meer op tegen hebben, dan alleen wat bedenkingen. Namelijk, hoe realistisch die ambitie is. Toen uw nederige letterdienaar deze scepsis uitsprak tegenover een lid van het college van bestuur, zei hij deze bedenking typisch Brabants, of nog erger typisch Tilburgs te vinden. Zoals bekend houdt het zelfbeeld van de inwoner van deze ‘schônste stad van’t laand’  niet over. In tegenstelling tot de Randstedeling die vaak overloopt van zelfoverschatting, schat de Tilburger zich gewoonlijk te laag in. Hier had mijn gesprekspartner wel een punt.
Toch bevind ik mij met mijn scepsis in goed om niet te zeggen illuster gezelschap. Was het  niet de verlichtingsfilosoof Voltaire die zei dat het perfecte de vijand van het goede is? Le mieux est l'ennemi du bien! Aristoteles stelde al zijn gulden regel voor, die aanraadt het midden te houden tussen twee extremiteiten. Bijvoorbeeld, het juiste midden tussen roekeloosheid en lafheid is moed tonen als het moet.  
Normaal heb je 20% van je mentale inspanning nodig om 80% van je taak goed uit te voeren. Die 80% vormt het routinematig onderdeel van je functie of taak. Het excellente deel (20%) van je taakuitvoering vergt disproportioneel meer van je geestelijke inspanning. Zeg dat we gemiddeld 10 % extra doen om onze taak meer dan goed, dus excellent, uit te voeren, dan heeft dat nog geen negatieve gevolgen voor onze routinematige bezigheden. Maar zou je de laatste 20% van taakuitvoering helemaal gedaan krijgen, waardoor die perfect zou worden, dan zou dat echter 80% van je cerebrale inspanning vergen. Waardoor het routinematig deel in de knel zou komen. Bijvoorbeeld, je gaat minder tijd besteden aan lesvoorbereiding. Dat maakt dat het streven naar perfectie negatieve effecten heeft op je energiecapaciteit om je functie nog naar behoren (lees: goed, maar niet perfect) uit te voeren.
Het onderwijs heeft jarenlang last gehad van ideologieën die het beste ermee voor hadden. En algemeen wordt erkend dat het daar echt niet beter door is geworden. Sadder but wiser! De onlangs aan de universiteit van Groningen benoemde hoogleraar onderwijskunde met als speciale opdracht ‘de ontwikkeling van de beroepsvaardigheden van leraren’, Klaas van Veen, zegt in een interview in het Onderwijsblad dat het onderwijsveld eens op moet houden met steeds ideologisch naar het beste te streven. Doe maar gewoon je best(!), dat is al goed genoeg. Met andere woorden, bouw de kwaliteit van je lessen uit door analyse en consultatie van en met vakgenoten en door training (scholing!) van je vaardigheden voor de klas en verbetering van de lesinhouden. Je onderwijs blijft dan lang goed, ook al is het wellicht niet van het allerhoogste niveau. Goed onderwijs is eigenlijk nog het beste onderwijs!