De horde mbo-hbo blijkt
voor hen te hoog. Werden ze op hun mbo-school intensief begeleid, zo niet
gepamperd, op hun hbo-instelling staan ze er zo goed als alleen voor. Dit wordt
bevestigd door oud-leerlingen die ik zo nu en dan spreek. De overgang tussen
het op de praktijk gerichte mbo en het meer abstract-theoretische hbo is erg
groot. Het leerklimaat op veel mbo-scholen is weinig intellectueel en te
informeel. Alles staat ten dienste van het praktisch handelen in het beroep,
waarbij vooral instrumentele vaardigheden worden aangeleerd, maar te weinig
ervan wordt geabstraheerd door middel van theorielessen en theoretische
reflectie. Het laatste is een absolute voorwaarde voor het kunnen slagen in het
hbo.
De verwachting is dat de
theoretische eisen voor het beroep alleen maar zullen toenemen en hoger zullen
worden, omdat veel mbo-beroepen vanwege automatisering en digitalisering in de
toekomst zullen verdwijnen. Dit proces is al in volle gang. Daarnaast hapert de
emancipatormotor die mbo en hbo eens waren. Plekken waar vroeger
arbeiderskinderen hun vlucht naar voren maakten, om sociale stijgers te worden.
Het sociale en culturele kapitaal van thuis ziet in onze tijd de bodem van de
schatkist. De thuissituatie blijkt voor veel, ook van mijn eigen leerlingen,
dermate complex en staat zo haaks op het rustige en beschaafde milieu op school,
dat het voor hen eerder een sta-in-de-weg en een rem vormt voor hun
ontwikkeling.
Het lichtpuntje in deze
sombere korte schets vormen de ‘associate degree’-opleidingen die her der in den lande worden ingericht en opgestart. Een
opleiding van twee jaar in het hoger beroepsonderwijs in samenwerking met het middelbaar beroepsonderwijs, bedoeld om het gat
tussen mbo-4 en bachelorniveau te dichten. Eerdaags gaan wij ook een samenwerkingsverband aan.