Thuis aan tafel hadden we het tevoren over mijn aanspreektitel in de klas
gehad: het informele papa viel meteen af, maar ook het formele meneer; beide woorden
zouden teveel innerlijk (rol)conflict opleveren. Onuitgesproken is afgesproken
dat de beleefdheidsregel van het met twee woorden spreken een tijd niet gevolgd
zal worden.
Als ik mijn lessen altijd al niet naar behoren voorbereidde, dan deed ik het voor die eerste les wel: uitermate consciëntieus, om niet te zeggen minutieus. Of het hierdoor kwam dat het voor mij als leraar meeviel met mijn zoon in de klas, zou kunnen. Feit is dat hij haast als vanzelf in de klassenmenigte (inderdaad grote klas) opging en ik niet door enige schroom gehinderd, mijn les verzorgde.
Ik herinner me de woorden van een schooldirecteur die eens tegen me zei: ‘Sinds ik ons Nienke op mijn school heb als leerling, heb ik een ander beeld van de lesuitvoering door mijn docenten gekregen.’ Dochter briefde soms, zoals dat gaat, het reilen en zeilen in de klas en op school aan haar vader door. De schoolleider in kwestie gaf zelf geen les meer, - zoals nog steeds praktijk is op de meeste scholen -, waardoor hij een wezenlijk stuk informatie uit de eigen hand miste. Door zijn woorden voelde ik mij enigszins betrapt, want ik had zijn dochterlief in de klas, terwijl ik zelf ook besefte dat ik niet het beste jaar uit mijn docentenloopbaan doormaakte. Mede als gevolg van het feit dat in dat jaar mijn oudste zus (veel te vroeg) overleden was. Ik sloot bij tijd en wijle mijn les voortijdig af, wanneer mijn gemoed eens vol liep. Hij droeg het mij niet na, iets wat ik kon waarderen.
Op onze scholen begint het gebruik te worden dat directeuren zelf achter in de klas gaan zitten om te kijken hoe dat ‘hullie’, de docenten, het doen. Dit zal vast bruikbare informatie opleveren die als gespreksstof kan dienen voor de functioneringsgesprekken. Niet enkel in dit verband lijkt het me ook een goed idee voor de schooldirecteur om weer eens zelf voor de klas te gaan staan: dan kan de nieuwe informatie des te beter op waarde geschat worden. Ik zou zeggen, dames en heren schooldirecteuren, neem een voorbeeld aan onze premier, Mark Rutte: die staat elke vrijdagochtend voor een vmbo-klas in de Haagse Schilderswijk les te geven. Als dat geen informatie over de stand van het land oplevert…
Als ik mijn lessen altijd al niet naar behoren voorbereidde, dan deed ik het voor die eerste les wel: uitermate consciëntieus, om niet te zeggen minutieus. Of het hierdoor kwam dat het voor mij als leraar meeviel met mijn zoon in de klas, zou kunnen. Feit is dat hij haast als vanzelf in de klassenmenigte (inderdaad grote klas) opging en ik niet door enige schroom gehinderd, mijn les verzorgde.
Ik herinner me de woorden van een schooldirecteur die eens tegen me zei: ‘Sinds ik ons Nienke op mijn school heb als leerling, heb ik een ander beeld van de lesuitvoering door mijn docenten gekregen.’ Dochter briefde soms, zoals dat gaat, het reilen en zeilen in de klas en op school aan haar vader door. De schoolleider in kwestie gaf zelf geen les meer, - zoals nog steeds praktijk is op de meeste scholen -, waardoor hij een wezenlijk stuk informatie uit de eigen hand miste. Door zijn woorden voelde ik mij enigszins betrapt, want ik had zijn dochterlief in de klas, terwijl ik zelf ook besefte dat ik niet het beste jaar uit mijn docentenloopbaan doormaakte. Mede als gevolg van het feit dat in dat jaar mijn oudste zus (veel te vroeg) overleden was. Ik sloot bij tijd en wijle mijn les voortijdig af, wanneer mijn gemoed eens vol liep. Hij droeg het mij niet na, iets wat ik kon waarderen.
Op onze scholen begint het gebruik te worden dat directeuren zelf achter in de klas gaan zitten om te kijken hoe dat ‘hullie’, de docenten, het doen. Dit zal vast bruikbare informatie opleveren die als gespreksstof kan dienen voor de functioneringsgesprekken. Niet enkel in dit verband lijkt het me ook een goed idee voor de schooldirecteur om weer eens zelf voor de klas te gaan staan: dan kan de nieuwe informatie des te beter op waarde geschat worden. Ik zou zeggen, dames en heren schooldirecteuren, neem een voorbeeld aan onze premier, Mark Rutte: die staat elke vrijdagochtend voor een vmbo-klas in de Haagse Schilderswijk les te geven. Als dat geen informatie over de stand van het land oplevert…