In Trouw stond onlangs een artikel waarin geconstateerd werd
dat er sprake is van een ‘gat’ in het Nederlands. Er is geen woord voor de
nieuwe moeder die de nieuwe vrouw of vriendin van de vader van zijn kinderen is
geworden. Omgekeerd is er geen woord voor de nieuwe vader. En hoe betitel je
als kind de nieuwe man of vriend van je vader, de nieuwe vrouw of vriendin van
je moeder? Opmerkelijk dat de taalgebruiker de juiste woorden niet kan vinden. Zou dat komen omdat scheiden voor hem of haar deep down nog steeds een levensgroot taboe blijkt?
zaterdag 20 december 2014
All-in the family
Stiefmoeder, stiefvader, stiefbroer, stiefzus, stief-oma, Bram,
stief-opa, mevrouw, Sofietje, meneer, Tom, Marij, heks, pluspapa, plusmama,
plus-opa, plus-oma, aangenomen oma, derde oma, aangenomen opa, derde opa,
ex-mama, ex-papa, ex-opa, ex-oma, ex-zus, ex-broer, bonus-oom, bonusmama,
bonustante, bonuspapa, patchworkgezin, extended
family, mozaïekgezin, mikadogezin, samengesteld gezin, combinatiegezin,
stiefgezin, stief-familie, aanwaaimoeder, aanwaaivader, bij-moeder, bij-vader,
bonusmoeder, bonusvader, cadeaumoeder, de Famila, cadeauvader, cadeauzusje,
cadeaubroertje, cadeau-oma, cadeau-opa, cadeaugrootmoeder, cadeaugrootvader,
opa, oma, papa, mama, moeder, vader, ons moeder, ons ma, onze pa, onze vadder,
ons ma, ons pa, ‘ze Cees, ’s Marian, Assepoester, dubbelmama, dubbelpapa,
uitgebreid gezin, grootgezin, grootfamilie, hoeksteen van de samenleving,
nucleus, eenoudergezin, Het Heilig Huisgezin, meemoeder, meevader, halfbroer, halfzus, bommoeder, bomvader, la familia, bomma, bonpa, moeke,
opoe, gebroken gezin, Mother, de Heilige Familie, overgrootmoeder,
overgrootvader, betovergrootvader, betovergrootmoeder, stief-overgrootmoeder,
stief-overgrootvader, stief-betovergrootvader, stief-betovergrootmoeder,
aangetrouwde oom, achternicht, achterneef, vogeltjesfamilie, achter-oom, ex-achter-achter-oom.
Et cetera.
zaterdag 13 december 2014
2032
Staatssecretaris Sander Dekker spoort het onderwijs aan om
zich voor te bereiden op het jaar 2032. De kinderen die nu voor het eerst naar
school gaan verlaten het weer over achttien jaar en moeten dan zijn voorbereid
op de maatschappij van dan. Het plaatsen van een stip op de horizon (Bingo!) in de vorm van
een jaartal heeft altijd iets omineus. We hoeven maar te denken aan het jaartal
1914 dat voor toenmalige Jehova’s Getuigen het einde van de wereld zou betekenen.
Ze kregen zoals bekend een beetje gelijk, want in dat jaar brak de Eerste
Wereldoorlog uit. De schrijver George Orwell noemde zijn bekendste boek naar
een jaartal: 1984. In dat jaar zou Big Brother (is watching you!) de wereld volledig in zijn greep hebben. De
Britse auteur kreeg een beetje gelijk, maar wel zo’n dertig jaar later. Edward Snowden
en Julian Assange spelen in onze tijd de rol van Winston Smith als public enemy #1 uit de maatschappijkritische
roman 1984. Nog een voorbeeld: het jaar 2000 stelde de toen nog onwennige
pc-gebruikers de millennium bug in het vooruitzicht. Al bij al is het
meegevallen.
En nu komt de staatssecretaris met een nieuw jaartal: 2032. Zou
de wereld dan überhaupt nog bestaan? Als er een ding zeker is wat de toekomst
betreft is het dat die onvoorspelbaar is. Met zijn aansporing om onze kinderen
op de toekomst voor te bereiden trapt hij slechts een open deur in. Bovendien doen
we dat al lang in onderwijsland. Ook in de verre jaren vijftig van de vorige
eeuw toen ik voor het eerst naar de toen nog rooms-katholieke lagere school ging werd ik al
voorbereid op de tijd die komen ging. Met gewone schoolvakken als taal en
rekenen, later wiskunde en vreemde talen, aardrijkskunde, natuurkunde en
geschiedenis. Heel generiek allemaal. Alleen aan de redactie van de
leeropdrachten die ik kreeg voorgelegd kon ik zien dat de tijden veranderden. Times they are a changing zong Bob
Dylan, en ik zong als opstandige tiener uit volle borst met hem mee!
zaterdag 6 december 2014
Moedertalen
‘De taal is het huis van het Zijn’, sprak de filosoof Martin
Heidegger. Profetentaal, die moeilijk te doorgronden is, omdat die zoveel
betekenislagen bevat. ‘Onthuld’, zou de grote maar omstreden denker zeggen. Een
van die betekenissen is taal-pragmatisch: alleen in je moedertaal kun je wonen.
Als je een taal met de paplepel krijgt ingegoten, dan leer je uiteindelijk de
vele finesses en subtiliteiten ervan begrijpen. Met een later aangeleerde taal
bereik je dat niveau nooit.
Nu blijken we vaak niet één maar twee taalmoeders te hebben,
van wie een echter de oudste rechten heeft. Bij mij was dat het Brabantse dialect en
bij mijn Turks-Nederlandse vrienden in Istanboel is dat het Turks. Mijn moederdialect
is onnavolgbaar complex. Alleen de uitspraak al met zijn continue woordassimilaties,
- bijvoorbeeld: hedde (gij) -, is voor ‘de
import’ nooit echt goed te volgen laat staan te leren.
In het voorjaar bezocht ik bovengenoemde vrienden in de mega-metropool Istanboel (16 miljoen inwoners!) en zag daar
weer hun kleindochtertje terug dat een aantal maanden daarvoor bij mij thuis met kerstmis
was geweest. Goeddeels slapend toen de hele tijd. Het kind van drie is tweetalig: Turks en Nederlands. Het schakelen
tussen de twee talen kost haar geen moeite.
In het onderwijs gaan steeds meer stemmen op om van het
Nederlands over te schakelen op het Engels in verband met de toenemende
globalisering. Er zijn gelukkig ook de tegenstemmen die beweren dat het onderwijs
zo zal verschralen, omdat spreker noch toehoorder de finesses en nuances van de vreemde taal
kunnen doorgronden, en dus ook niet kunnen toepassen. Met neerlandicus en
filosoof Martin Slagter, die met enige regelmaat in nrc.next en de Volkskrant
over onderwijs publiceert, volg ik met de nodige scepsis de toenemende populariteit van deze modegril
binnen onze onderwijsinstituten, te beginnen op de universiteiten en de
hogescholen. Het middelbaar beroepsonderwijs zal weldra volgen, en hier en daar gebeurt het al. Nu valt er natuurlijk met de toenemende stroom buitenlandse
studenten niet te ontkomen aan colleges in het Engels, maar laat het dan
gebeuren door docenten die de vreemde taal echt machtig zijn. Onderwijs in het
Engels door een Nederlandse docent voor een overwegend Nederlands publiek is
een gotspe.
Met dank aan mijn collega Ietje Engelbarts, met wie ik de
liefde voor de moedertaal deel en die mij wees op een artikel erover van Martin
Slagter in nrc.next.
Abonneren op:
Posts (Atom)