Nu heeft de huidige directeur van het EuroCollege, Edu van de Walle, in het Brabants Dagblad een opiniestuk geschreven over zijn school, waarbij ik toch wel enkele kanttekeningen wil maken. Hij trekt hierin fel van leer tegen de onderwijshervormingen van de laatste twintig jaar (ROC-vorming, competentiegericht onderwijs) en constateert dat op een gemiddelde beroepsopleiding (mbo/hbo) vandaag de dag een student maar een paar uurtjes les krijgt, want de rest van de tijd zit hij of zij achter een laptop, waarbij de docent (inmiddels gedegradeerd tot coach) bezwerend rondloopt om zijn klas van de foute websites af te houden.
Het EuroCollege heeft de computers in al zijn hedendaagse verschijningsvormen tijdens de college-uren het klaslokaal uitgegooid, om zo haar studenten weer bij de les te krijgen en nog belangrijker te houden. Het Rotterdamse college werkt lekker ouderwets weer met boeken, pen en papier en de docenten zijn hooggekwalificeerd en bovendien competent in hun vak. Naast vakkennis hebben zij ook de didactische en pedagogische vaardigheden om hun studenten te boeien en gemotiveerd te houden. Daar wordt op geselecteerd: docenten die niet voldeden werd de deur gewezen. De werklast voor de mbo/hbo-student is 40 tot 70 uur per week. (Kom daar bij ons eens om!) Waarom zoveel (effectieve) studiebelastinguren? Hun tegenvoeters, de jonge ‘Aziatische tijgers’ op het zuidelijk halfrond hebben dit ook, en Nederland zal er nog een hele klus aan krijgen om ze bij te houden de komende eeuw, luidt de motivatie van het EuroCollege.
Er is veel te zeggen voor de Rotterdamse aanpak, maar niet alles. In feite heeft het Rotterdamse college gecapituleerd voor wangedrag van zijn studenten tijdens de les. Je neemt een leerling op de basisschool toch ook niet voorgoed zijn pen af, nadat hij daarmee een klasgenootje heeft bedreigd? De school onthoudt haar studenten om te leren een attitude te ontwikkelen om tijdens lesuren, stage-uren en later arbeidsuren op je scherm bij je les of je werk te blijven. De rigoureuze en tegelijk rigide aanpak heeft iets schizofreen. Na ’s avonds zessen mag er wel digitaal gewerkt worden; trots vermeldt de schooldirecteur dat zijn college over de laatste snufjes beschikt waarmee de studenten hun opgaven kunnen maken. Maar de les komen die vermaledijde aandachttrekkers niet in! Een bizarre opstelling in een eeuw waarin de digitale mogelijkheden alleen maar een grotere vlucht zullen nemen. En ons onderwijs zal alles op alles moeten zetten om deze ontwikkelingen bij te houden. Juist ook tijdens de les!