Voordat ik na de operatiekamer word gereden kom ik in een wachtruimte terecht, - nadat mij kort daarvoor de alles meevallende ruggenprik is toegediend -, waar meerdere patiënten geduldig liggen te wachten, in bedden. Ik krijg hier het idee alsof we met zijn allen een ruimtereis gaan maken naar een verre planeet. De gedachte ontroert me en ik voel me verbonden met mijn medereizigers. Mannen en vrouwen in azuurblauwe ruimtevaart-overalls checken de apparatuur en de ruimtereizigers. Er wordt druk in apparaatjes gesproken: Can you hear me Major Thom?
Al mijn zintuigen staan op scherp als ik door een lange brede gang met aan weerszijden operatiekamers word gereden. Ik kijk mijn ogen uit en in plaats van angst voel ik een grenzeloos vertrouwen in het menselijk vernuft. Ik ga door een futuristische werkplaats. Die impressie werkt als morfine op me in.
Ik kom in de voor mij gereserveerde operatieruimte terecht en daar staat bij wijze van triviaal contrast een gezellig muziekje aan: Radio 538. Mannen en vrouwen in de aan-de-slag-modus praten over voetbal, hockey, het bioscoopje van de avond ervoor. Dan komt Captain Kirk binnen en het gekeuvel stopt onmiddellijk: Beam me up, Scotty! De operatie kan beginnen.
Tijdens de operatie beantwoord ik allerlei nuttige vragen aangaande mijn fysieke malheur aan de behandelend chirurg en intussen luister ik via mijn I-phone naar het nieuws op NPO-Radio1.
Lief ziekenhuis is de slogan die het Elisabethziekenhuis in Tilburg sinds enige tijd hanteert om zijn klantvriendelijkheid verder op te voeren. Daar slaagt het bijzonder goed in, terwijl ik het nog niet eens over de prima verpleging en verzorging heb gehad. Iets voor ons? Knappe school!
(Blood is thicker than water, Guus! Ofwel, het bloed kruipt waar het niet gaan kan.)