maandag 30 mei 2016

Er zij licht

Omdat Huize Van Gestel zowel met een lek kampte als dat de oude analoge elektriciteitsmeter zou worden vervangen door een nieuwe digitale, kreeg het vrijdagmorgen twee monteurs tegelijk op bezoek. Beide oud-leerlingen. De elektromonteur vertelde dat hij nog ‘op de Streekschool’ had gezeten, de installatiemonteur ‘op de Stappegoor’. We wisselden usual suspects uit. Jawel: Berry Mauritz, George van Hoof, Peter van Nuenen en hun kompanen. Niets dan lof. 
 
Op finesses omtrent hun technisch kunnen kan ik niet ingaan, omdat mij expertise en know how ontbreken, op wat marginaal doe-het-zelfgeklungel na. Wel wil ik graag opmerken dat beide heerschappen efficiënt en effectief te werk bleken te gaan, want na korte tijd waren ze klaar met hun klus en functioneerden water en licht weer naar behoren. Ze hadden ook nog tijd voor een praatje en als taaldocent spits je dan de oren. Of de communicatielessen ook hun werking hadden gedaan. Dat bleek in ruime mate het geval.

De elektromonteur sloot zijn missie af met het Bijbelvers ‘Er zij licht.’ (Gen. 1:3) De vrouw des huizes schatte aan de hand van deze woorden in dat de elektromonteur in kwestie uit de buurt van Sprang-Capelle moest komen en ik complimenteerde hem met zijn bijbelvastheid. Daarna legde hij omstandig uit wat hij gedaan had, hoe de nieuwe elektrometer werkte en hoe wij ermee om dienden te gaan: gewoon van afblijven, het ding geeft zelf de meterstanden door aan Essent HQ. De installatiemonteur sprak van een probleemloos geval, dat hij in een oogwenk had weten op te lossen. Bij de ondertekening van de bon, bij de een hard copy, bij de ander digitaal, gingen we er even bij zitten. De installatiemonteur praatte ons op vriendelijke toon bij. De elektromonteur luisterde toe en viel nu en dan bij. 

Hun bezoek ontlokte mevrouw Van Gestel later toen ze weg waren de uitspraak: ‘Wat een aardige jongens toch!’ 


zondag 22 mei 2016

Shariaonderwijs

In mei 2022 wint de gematigde politicus van Algerijnse afkomst, Mohammed Ben Abbes van de Moslimbroederschap in Frankrijk de presidentsverkiezingen, nadat zijn islamitische politieke partij een alliantie is aangegaan met de PS (Parti Socialiste, Hollande) en de LR (Les Républicains, Sarkozy). Om te voorkomen dat het extreemrechtse Front National van Marine Le Pen de verkiezingen zou winnen, hadden de islamisten, de socialisten en de republikeinen de handen ineen geslagen. De seculiere partijen riepen hun kiezers op strategisch te stemmen: op de Moslimbroederschappartij. In de tweede ronde van de presidentsverkiezingen mochten het Front National en de Moslimbroederschap - de winnaars van de eerste ronde -  uitmaken wie de president van Frankrijk zou gaan leveren. 

De prijs die de Moslimbroederschap voor deze deal betaalde, was dat de socialisten en de republikeinen in de nieuwe regering alle belangrijke ministerszetels zullen gaan innemen: Financiën, Economie, Sociale Zaken, Binnenlandse Zaken etc., op  Onderwijs na. De premier (van het ministerie van Algemene Zaken) van de eerste moslimregering in Frankrijk wordt de republikein Valls. De President van de Republiek, die boven de regering staat,  is echter moslim: Mohammed Ben Abbes.
De redenering van de moslimbroeders is dat het een kwestie van tijd is voor Frankrijk een echt islamitisch land is. Op basis van de demografische ontwikkelingen wordt dat geschat op het jaar 2050. Tot die tijd wordt een politiek van geleidelijke overgang geviseerd. De socialisten en republikeinen kunnen zich in deze strategie vinden, omdat de moslimbroeders de politiek van de verzorgingsstaat en de markteconomie, die Frankrijk sinds jaar en dag is, onderschrijven. Voor socialisten is sociaaleconomische gelijkheid altijd het kerndoel geweest, en dat zal het ook kunnen blijven in de islamitische Franse Zesde Republiek. De republikeinen zijn gerustgesteld omdat het economische systeem niet op zijn kop wordt gezet. Secularisten als republikeinen en socialisten hebben weinig met metafysica en het waardebestel van de staat Frankrijk. In politieke kringen wordt verwacht dat het winnen van de presidentsverkiezingen door een islamitische politicus een einde zal maken aan de sociale onrust  in de banlieues. Het gevoel van achterstelling dat daar leeft, met name onder islamitische jongeren, zal geleidelijk aan wegebben.

Voor de Moslimbroederschap moet elk leerplichtig Frans kind de mogelijkheid krijgen islamitisch onderwijs te genieten. Het onderwijsprogramma wordt geleidelijk aan aangepast aan de leer van de Koran en moet uiteindelijk leiden tot shariaonderwijs. Alle docenten moeten zich tot de islam bekeren, en voor zover ze nog niet gehuwd zijn, moeten ze zo snel mogelijk trouwen. Hun salaris wordt verdrievoudigd. Docenten die weigeren gaan met ontslag en met behoud van salaris met pensioen, ongeacht hun leeftijd. In de schoolkantines is alleen nog halalvoedsel te krijgen en de vaste gebedstijden worden ook op school in acht genomen. Gemengd onderwijs is uitgesloten en voor de meeste meisjes ligt na de lagere school enkel de weg naar de huishoudschool open, waarna er zo snel mogelijk getrouwd moet worden. Een kleine minderheid van de meisjes mag naar het hoger onderwijs, maar mag dan alleen een letteren- of kunststudie volgen. Het openbaar staatsonderwijs blijft nog wel bestaan, maar wordt budgettair flink gekort. De verwachting is dat het een langzame dood zal sterven. Het islamitische onderwijs wordt geheel particulier gefinancierd, met name van de zijde van donors uit de Golfstaten. 

Schrikbeeld of toekomstige realiteit? Een feit is dat het boek Soumission van de controversiële schrijver Michel Houellebecq (net als eertijds de film Submission van Theo van Gogh en Ayaan Hirsi Ali in Nederland) veel stof heeft doen opwaaien in Frankrijk en daar geleid heeft tot heftige discussies. Het boek is vorig jaar in Nederlandse vertaling verschenen met als titel Onderworpen.



zaterdag 14 mei 2016

Digitale dementie 3

Schreef ik in mijn vorige blog over een denkbeeldig Gallisch dorp dat tegen digibesitas in het onderwijs strijdt, in deze blog vertel ik over een even denkbeeldig ‘antipodisch’ Gallisch dorp dat tegen digibetisme in het onderwijs ten strijde trekt. Paradoxaal: aan de ene kant heerst er de digitale leeghoofdigheid in het onderwijs van Maurice de Hond en zijn adepten, aan de andere kant is er sprake van eenkennige analoge anorexia onder docenten. Deze paradox lost zich op door de bevinding dat extremen elkaar altijd raken. Zoals de Fransen zeggen: Les extrèmes se touchent. Met andere woorden: sommigen willen te veel ICT, anderen weer te weinig. In deze blog gaat het om hen die strijden tegen degenen die (te) weinig willen doen met ICT in de les. De collega’s van ICT-Services en Centrum O&I.
 
Collega’s van ICT-Services en Centrum O&I drukken mij in hun reacties op mijn blogs over ICT in het onderwijs op het hart, dat docenten verdomd weinig met de mogelijkheden van ICT doen. Sterker nog, ze weigeren zich te laten bijscholen in digitale zaken. (Of moeten we hier spreken van omscholen, Jos Reulen?) En dat er van bestuurs- en directiewege te weinig druk wordt uitgeoefend om in deze toestand verandering aan te brengen. Of zoals mijn moeder altijd zei: Als je geen zin hebt, dan maak je maar zin. Kan Niet ligt op het kerkhof en Wil Niet ligt ernaast. 

Kritisch zelfonderzoek en wisselende contacten met ICT en O&I hebben me doen inzien dat ik net zo makkelijk bij de digibeten van deze wereld had kunnen horen, ware het niet dat ik in een omgeving werk die zichzelf als school als ICT-voorloper beschouwt, en dat wellicht ook wel is. Ik lift lekker makkelijk mee in de slipstream van mijn collega-coureurs in de kopgroep. Maar zo gauw ik met een collega van ICT of O&I praat, krijg ik het mij maar al te bekende katholieke schuldgevoel dat ik hopeloos tekort schiet. Zo wijzen Ronald Mulder, Aldo de Beunje c.s. mij bij voortduring op de spectaculaire mogelijkheden van Blended Learning. 

Ik ga snel nog een cursusje bij O&I doen! Voor ik met pensioen ga.